Door Jos van der Kaap
De bekerfinale van afgelopen seizoen werd op de tweede clubavond van het nieuwe seizoen gespeeld. Deze ging tussen schrijver dezes en Roeland. Laatstgenoemde had de afgelopen 2 seizoenen wat mindere fases. Maar na dit bekersucces, waarbij in de halve finales niemand minder dan levende Souburglegende Jeroen Hekhuis op overtuigende wijze op een enkeltje bietenbrug werd getrakteerd, lijkt niets een heuse remonte meer in de weg te staan.
Zeker niet nu 'Verlosser' Ricardo zijn bijnaam maar weer eens heeft waargemaakt door ook nog na ettelijke decennia de zware verplichtingen van het teamleiderschap van Roeland over te nemen.
Aldus wachtte mij de zware taak het deze 'comeback kid' zo moeilijk mogelijk te maken, daarbij wel geholpen door mijn intussen traditionele "bekerwit".
Roeland koos in de opening een wat passieve opzet, waar ik weinig van af wist. In onderstaande meende ik me nog te herinneren dat Lxc6 goed is, maar achter het 'waarom' kon ik niet komen speelde daarom maar Le2.

Stockfish geeft uitkomst: 8.Lxc6 bxc6 9.Df3! (dreigt e5) Pg4 10.De2 ( Dd1 is "uiteraard" net zo goed, want na de beste zet Pf6 kun je dan weer met Df3 de zetten herhalen en alsnog De2 doen...) met voordeel.
Ja, soms heb ik het gevoel dat ik steeds minder van schaken begrijp: het beste had ik dus gewoon even mijn goede loper voor een paard moeten opgeven en dan in plaats van ontwikkelingszetten te doen een beetje met mijn dame heen en weer moeten schuiven tot ze weer zo'n beetje was uitkomen waar ze vandaan kwam.
Tenminste had Le2 het voordeel dat Roeland zeeën van tijd begon te gebruiken. Er zijn 2 denkbare scenario's:
1.Roeland had bovenstaande variant eerst voorbereid met Stockfish 17 NNUE maar later met de laatste versie van Leela op de 27ste zet een verbetering gevonden die het oordeel van SF onderuit haalde. Toen ik Le2 speelde vermoedde hij dat ik hetzelfde proces had doorlopen en daarna de Noorse supercomputer Sesse, die gebruikt maakt van een Intel Xeon cluster, had geraadpleegd, die op de proppen was gekomen met Le2.
2.Hij wist het even niet meer.
Je moet je toekomstige tegenstanders niet wijzer maken dan ze al zijn en je moet natuurlijk ook niet teveel afbreuk willen doen aan de mythevorming die de strijd om de Beker van Souburg omringt, dus ik zal in het midden laten welke van deze scenario's volgens mij de meest waarschijnlijke is.
Omdat Roeland maar veel tijd bleef gebruiken, begon ik mijn strategie aan te passen: zoveel mogelijk stukken op het bord houden! Dit was ook nog eens volledig juist in het ontstane stellingsbeeld.
Onbegrijpelijk genoeg speelde ik in onderstaande stelling echter

15.Pd5?!, wat het meeste voordeel weggaf. Het is een merkwaardig gegeven dat je bij schaken soms een zet speelt waarvan je van tevoren eigenlijk al weet dat hij slecht is. Nu kon Roeland eerst een paar lichte stukken ruilen en daarna gingen via de opengekomen e-lijn alle torens eraf.
Uiteindelijk kwam dus de onderstaande stelling op het bord:

Never change a winning ( of 'drawing') strategy heeft Roeland misschien gedacht en speelde 25. … De7? Hiermee dreef hij de 'ruileritis' echter te ver door. Zonder dames heeft wit de mogelijkheid om via de witte velden op de damevleugel binnen te lopen met zijn koning. Gewoon en heen weer shuffelen en nog wat lichte stukken ruilen had waarschijnlijk tot remise geleid.
Uiteindelijk kwam na de 41ste zet van zwart deze stelling op het bord:

Wit heeft zich inderdaad toegang verschaft met zijn koning tot de damevleugel en een vrijpion gecreëerd. Het verdere afspel is redelijk triviaal en zal ik niet meer behandelen, maar de geïnteresseerde lezer kan hieronder de laatste zetten vinden op onderstaande foto van mijn notatieformulier*:
En zo is te zien dat na 56. h5 het wonder zich opnieuw voltrok en de beker voor het derde seizoen op rij mee ging naar Kloetinge.

*Nee, ik kon het deze keer de rest zelf ook niet allemaal meer ontcijferen.

Een trotse Jos van der Kaap met de prachtige Beker van Souburg (Foto: Merijn van Broekhoven)